Een week na de Nederlandse verkiezingen publiceert de Nederlandse regering samen met Spanje een brief waarin staat dat het vetorecht, althans voor buitenlandbeleid, in de EU beter opgeheven kan worden. Het vetorecht van de EU vindt zijn oorsprong bij een oude oorlogsfiguur. De vraag rijst wat het vetorecht van de EU is, waarom we het hebben en welk belang het dient.

Achtergrond
Bij de integratiepogingen van de voorgangers van de EU was er een tweestrijd. Enerzijds waren er mensen die een intergouvernementele kijk hadden op de EEG, zoals Charles de Gaulle (Frankrijk). Anderzijds had je de mensen die een supranationale visie hadden op de Europese integratie, zoals de Duitser Walter Hallstein van de Europese Commissie. Intergouvernementeel betekent dat de nationale belangen belangrijker zijn dan die van de organisatie, dus de landen blijven soeverein boven de EU. Supranationalisme betekent dat de EU boven de soevereine landen staat en dat wij de macht van de EU boven ons hebben te dulden.

Lege-Stoel-beleid
In 1965 had Charles de Gaulle, toen president van Frankrijk, bezwaren tegen het voorstel van de Europese Commissie waaruit bleek dat de Europese Gemeenschap (EG) supranationaler moest worden.[1] In dit voorstel stond dat de EG zelf inkomsten moest genereren via landbouwheffingen en andere externe heffingen, in plaats van slechts nationale contributies. Over dit onderwerp was een compromis niet mogelijk en Frankrijk besloot om nooit meer bijeenkomsten van de EG-Raad bij te wonen. Deze crisis werd bekend als de Lege-Stoel-Crisis.

Luxemburg Compromis
De Lege-Stoel-Crisis duurde bijna een jaar. In 1966 was er een oplossing bedacht, namelijk het ‘Luxemburg Compromis’, beter bekend als het hedendaagse vetorecht. Dit betekende dat er in de EG-Raad net zo lang vergaderd moest worden totdat er unanimiteit werd bereikt, vooral bij onderwerpen die van nationaal belang zijn. De andere lidstaten van de EEG accepteerde de Franse visie en voortaan was elk land bevoegd om zijn veto uit te spreken als nationale belangen in gevaar kwamen door de Europese Gemeenschap[2]. Dit vetorecht bestaat in de huidige Europese Unie nog steeds[3], maar komt onder steeds meer druk te staan.

Nederland en Spanje in 2021
Op 25 maart 2021 publiceerde de Nederlandse overheid, samen met Spanje, een document waarin ze opriepen om het vetorecht in de EU af te schaffen.[4] In dit document, dat opvallend genoeg niet eens in het Nederlands is, zegt de Nederlandse regering dat de Europese Unie voor veel uitdagingen staat waarvoor we een gezamenlijk antwoord moeten hebben.[5] ‘’De Europese Unie moet zijn publieke belangen en autonomie beschermen’’, zegt de huidige Nederlandse regering.[6] Om die reden willen in ieder geval Nederland en Spanje het vetorecht afschaffen en met (gekwalificeerde) meerderheid stemmen, in ieder geval voor buitenlandbeleid.

Voordelen
Als het vetorecht in de EU ophoudt te bestaan, dan kan de EU sneller besluiten nemen en beter met één vuist optreden op de wereld. Zo kan één land niet meer sancties blokkeren[7], want vorig jaar werd weer eens duidelijk hoe verdeeld de EU is en dat genoeg lidstaten andere dingen aan hun hoofd hebben.[8] Cyprus gebruikte toen het vetorecht om sancties tegen Wit-Rusland te blokkeren, omdat zij wilden dat er ook sancties tegen Turkije zouden komen. De vraag is echter of het afschaffen van het vetorecht wel in de aard van de EU past. De EU is namelijk een organisatie met aantoonbaar diverse lidstaten. Er zijn EU-landen zoals Polen die slechte relaties hebben met Rusland, maar er zijn ook landen zoals Cyprus en Griekenland die positiever kijken naar Rusland. Historische, religieuze en culturele banden zullen er nou eenmaal altijd zijn in een diverse groep als de EU. Zonder vetorecht kan de interne spanning in Brussel in dat opzicht alleen maar groter worden, dus zelfs vanuit oogpunt van de EU kan het afschaffen van het vetorecht meer spanning veroorzaken binnen de EU.

Bezwaren
Als het vetorecht in de EU wordt afgeschaft, dan betekent dit dat de EU met 27 landen met slechts veertien stemmen kan besluiten, of hetgeen als ‘gekwalificeerde meerderheid’ wordt gezien. Dertien landen staan dan met lege handen als het om hun nationale belangen gaat. In 1966 is het vetorecht precies ontstaan om dit te voorkomen.

Iets wat helaas vaak voorkomt vanwege de EU en de euro, is de regelmatige miljardensteun aan Zuid-Europa. Als landen zoals Griekenland, Italië en Spanje weer honderd miljard Nederlands belastinggeld willen, en de EU steunt dit, dan kunnen wij helemaal niks doen om dit te voorkomen. Immers, het vetorecht bestaat dan niet meer. Wil de EU in de toekomst sancties instellen tegen een land dat historisch of cultureel dicht bij ons staat, zoals Suriname of Indonesië, dan kunnen wij niks doen om dat te voorkomen. Wij zijn dan de facto geen zelfbeschikkend land meer met een eigen wil en eigen persoonlijke banden.

Vooral veel kleine EU-lidstaten hebben een ongemakkelijk gevoel bij het afschaffen van het vetorecht. Zij vrezen dat de grotere landen, zoals Duitsland en Frankrijk, hun macht zullen laten gelden en hun wil gaan opleggen aan de kleinere landen.[9]

Coronasteunfonds
In november 2020 gebruikten Mateusz Morawiecki van Polen en Viktor Orbán van Hongarije hun vetorecht tegen het EU-steunfonds. Zij deden dit vanwege de rechtsstatelijke eisen die de EU stelde aan steungeld, want dit vonden zij politiek gemotiveerd van de EU.[10] Orbán vergeleek dit met de Sovjettijd waarin landen werden gestraft voor activiteiten die anti-Sovjet waren.[11] Nu wil de EU Hongarije straffen voor activiteiten die anti-EU zijn. Ook vindt de EU dat je per definitie een slechte rechtsstaat hebt als je geen immigranten opneemt, zegt Orbán.[12] Of hij gelijk heeft of niet, het punt is dat Hongarije nu bezwaar kan maken met een veto tegen plannen van de EU om Hongarije (politiek) te benadelen. Dat vinden ze in Brussel niet leuk, maar zo werkt het met soevereine landen. Polen en Hongarije hebben, net als Charles de Gaulle vroeger, duidelijk een intergouvernementele kijk op de EU: de EU staat niet boven de landen, maar de landen staan boven de EU.

Kansen toekomst
Zolang de regeringen van Polen en Hongarije er zitten, lijkt er zeker geen einde te komen aan het vetorecht. Nog geen jaar geleden won de eurosceptische regering in Polen de verkiezingen en Orbán staat op 50% van de stemmen in de peilingen. In verschillende andere EU-landen staan eurosceptische partijen ook voor in de peilingen. Aan het vetorecht lijkt derhalve nog geen einde te komen, want alle 27 landen moeten instemmen met het afschaffen van het vetorecht.[13] Hoewel de plannen van Rutte wel een signaal afgeven van de huidige Nederlandse regering.

Conclusie
Nexit Denktank waarschuwde vanaf november 2020 meermaals dat Mark Rutte en zijn andere coalitiepartijen van plan waren om het vetorecht in de EU (deels) af te schaffen. Dit vetorecht ontstond onder leiding van Charles de Gaulle in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het doel was om het intergouvernementele karakter van de EG te behouden, om landen soeverein te houden en tegelijkertijd met elkaar samen te werken. Vandaag de dag willen sommige landen het vetorecht afschaffen, zoals Nederland onder Mark Rutte. Dat zal ervoor zorgen dat de EU nog meer een supranationaal karakter krijgt, waardoor de EU nog machtiger wordt boven de landen. Zonder het vetorecht kan de EU meer met één stem spreken, maar het zorgt er ook voor dat landen niet meer goed voor hun nationale belangen kunnen opkomen. Voorlopig zie ik niet gebeuren dat het vetorecht wordt afgeschaft, omdat veel andere landen dit niet zien zitten. Wel is het belangrijk dat wij in Nederland het debat gaan voeren over het vetorecht en over de EU in zijn geheel. Mark Rutte wil graag autonomie. Niet voor Nederland, maar voor de Europese Unie. Gelet op de huidige politieke chaos in Den Haag lijken de dagen van Rutte geteld, maar of namens Nederland de dagen van het EU-vetorecht zijn geteld, hangt af van de volgende Nederlandse regering.

[1] P. Craig, G. De Burca, EU Law. Text, Cases, and Materials (6e editie), Oxford: Oxford University Press 2015, p 6.

[2] P. Craig, G. De Burca, EU Law. Text, Cases, and Materials (6e editie), Oxford: Oxford University Press 2015, p 6.

[3] Artikel 24 lid 1 VWEU (buitenlandbeleid).

[4] SPAIN-NETHERLANDS NON-PAPER ON STRATEGIC AUTONOMY WHILE PRESERVING AN OPEN ECONOMY.

[5] SPAIN-NETHERLANDS NON-PAPER ON STRATEGIC AUTONOMY WHILE PRESERVING AN OPEN ECONOMY, p. 8.

[6] SPAIN-NETHERLANDS NON-PAPER ON STRATEGIC AUTONOMY WHILE PRESERVING AN OPEN ECONOMY, p. 7.

[7] B. De Witte, ‘Overcoming the Single Country Veto in EU Reform?’,  European Papers vol. 5, 2020, No 2, p. 984.

[8] Rankin, J. (2020, 22 september). EU fails to agree on Belarus sanctions after Cyprus blocks plan. The Guardian. https://www.theguardian.com/world/2020/sep/21/eu-fails-agree-belarus-sanctions-cyprus-blocks-plan.

[9] L. Schuette, ‘Should the EU make foreign policy decisions by majority voting?’, Centre for European Reform May 2019, p. 10.

[10] Deutsche Welle (www.dw.com). (2020, 16 november). Poland and Hungary veto EU budget plan. DW.COM. https://www.dw.com/en/poland-and-hungary-veto-eu-budget-plan/a-55618272.

[11] EUobserver. (2020, 13 november). Hungary PM likens EU to Soviet Union over rule-of-law criteria. EUobserver. https://euobserver.com/tickers/150067.

[12] RT. (2020, 18 november). Hungary vetoed EU budget because Brussels forces states to accept immigration, Orban says [Persbericht]. https://www.rt.com/news/507047-hungary-eu-budget-immigration/

[13] Artikel 31 lid 1 VEU en artikel 48 VEU.

Credits: dit Nexit Denktank-artikel is tot stand gekomen met aangeleverde input door Gabriël van de Bloemfontein

Foto credit (under CCL): https://www.flickr.com/photos/donkeyhotey/6447657773