Nederland heeft een economie die gebaseerd is op export en wij zijn de vierde grootste exporteur ter wereld.[1] Als EU-lid zijn we echter gebonden aan de interne markt van de EU. Wat is die interne markt van de EU eigenlijk en is het wel goed voor ons?

Achtergrond
De eerste stenen voor de interne markt van de EU werden gezet in maart 1957 bij het Verdrag van Rome (ook: EEG-Verdrag). Nederland had jaren daarvoor al gepleit voor een gezamenlijke markt met andere West-Europese landen.[2] Toen met weinig succes. Deze Nederlandse plannen kwamen terug bij onderhandelingen over de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1957 bij het Verdrag van Rome. Dit verdrag werd ondertekend door zes landen: Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Luxemburg en Nederland. Vier vrijheden stonden centraal bij dit EEG-Verdrag: vrij verkeer van goederen, arbeid[3], diensten en kapitaal.[4]

Europese Akte
Bijna dertig jaar later was de conclusie dat het EEG-Verdrag niet genoeg was en dat voor een complete interne markt niet alleen vereist is dat handelsbelemmeringen verdwijnen (negatieve integratie), maar ook dat er EU-regelgeving moet komen in plaats van nationale wetten, dus harmonisatie (positieve integratie).[5] Dit werd verder uitgewerkt in de Europese Akte, een verdrag getekend in 1986. De meningen waren verdeeld over dit akkoord. Oud-rechter van het Hof van Justitie van de EU (HvJEU) Pierre Pescatore zei dat het een stap terug was voor het Europese integratieproces.[6]

Verdrag van Maastricht
Het momentum voor een volledige interne markt werd voortgezet in het Verdrag van Maastricht dat in werking trad in 1993. Dit verdrag was de oprichting van de huidige Europese Unie. Het doel van de bovengenoemde Europese Akte was om in 1993 een interne markt te realiseren, maar het zou naïef zijn te denken dat dit in een paar jaar kon gelet op de technologische en industriële ontwikkelingen van die tijd.[7] De interne markt werd daarom de jaren na het Verdrag van Maastricht verder uitgewerkt in verschillende richtlijnen en in het Verdrag van Amsterdam (1997).

Interne markt
Vaak wordt het begrip ‘vrijhandelszone’ als synoniem gebruikt voor de interne markt. Dit is echter onjuist. Een vrijhandelszone is simpelweg een gebied (twee of meer landen) waarin handel wordt gedreven zonder in- en uitvoerrechten[8] of andere handelsbeperkingen zoals importquota, iets wat tot aan 1970 vrij gebruikelijk was op de wereld. Een interne markt daarentegen is een gebied waarbinnen handel is zonder belemmeringen, met een gezamenlijke buitengrens die importheffingen oplegt aan alles wat van buiten de gezamenlijke (interne) markt komt. In het geval van de EU is het de EU zelf die in- of uitvoerrechten oplegt aan Nederland als wij handel drijven buiten de EU.

Tolunie
De interne markt is dus geen vrijhandelszone, maar een tolunie: wij mogen binnen de EU weliswaar zonder beperkingen handel drijven, maar als we buiten de EU onze producten willen verkopen, dan beperkt de EU dat. Als EU-lid is het ook verboden om zelf handelsverdragen te sluiten met andere landen, want dit mag alleen de EU doen voor ons.[9] Nederland mag dus geen handelsverdragen sluiten met landen die historisch en cultureel belangrijk zijn voor ons, zoals Indonesië, Suriname en Zuid-Afrika. Ook niet met landen waar veel potentie is voor economische groei.

Harmonisatie
Toen in 2017 de Europese Commissie van plan was om het stof acrylamide te verbieden[10], stuitte dat op veel woede in België[11], het land dat patat heeft uitgevonden. Acrylamide wordt namelijk gebruikt bij het bereiden van patat en andere gefrituurde gerechten. Dit stofje verhoogt volgens de Europese Commissie de kans op kanker, ook al geven ze aan dat er bij mensen weinig onderzoek naar is gedaan. Dit is de macht van de interne markt van de EU. Als de EU wil, kunnen ze dus een belangrijk deel van de identiteit van een land raken. De interne markt zorgt eigenlijk voor harmonisatie: de EU stelt regels vast voor de interne markt, en de lidstaten moeten het overnemen in hun nationale wetgeving. Zo heeft een ongekozen man of vrouw van wie nog nooit iemand heeft gehoord enorm veel invloed op ons dagelijks leven en op de nationale wetten, via de interne markt van de EU. In een vrijhandelszone kan dit nooit gebeuren, want de focus daar is enkel handel drijven, niet (politieke) eenwording.

Noorse en Zwitsers Model
Noorwegen en Zwitserland zijn allebei lid van de Europese Vrijhandelsassociatie/EFTA (EVA).[12] Dit is een organisatie die in 1960 als alternatief werd opgericht voor (de voorganger van) de EU.[13] Hun doel is om vrijhandel te bevorderen. Landen die lid werden van de EVA waren niet bereid om bevoegdheden weg te geven. De EVA heeft vier leden: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.

Het feit dat zowel Noorwegen als Zwitserland lid zijn van de EVA, betekent niet dat hun relatie tot de EU gelijk is. Noorwegen zit wel in de interne markt van de EU en neemt relatief veel EU-wetgeving vrijwillig over. Geschat wordt dat ongeveer 15% tot 30% van de Noorse wetgeving uit EU-regelgeving bestaat.[14] Bij Nederland wordt gezegd dat 80% van de wetgeving uit EU-wetten bestaat.[15] Zwitserland zit niet in de interne markt van de EU, maar heeft bilaterale handelsverdragen met de EU. Zwitserland bepaalt dus zelf welke regels zij willen volgen met betrekking tot handel.

30% EU-lid
Zijn Noorwegen en Zwitserland dan niet gewoon voor 30% of 15% lid van de EU? Sejersted beantwoordde zo’n vraag mooi door de vergelijking te trekken met zwangerschap. Je bent niet voor 30% zwanger. Je bent zwanger of je bent niet zwanger. Je bent EU-lid of je bent het niet. Beide landen hebben de regie in eigen handen, maar waarom zou je wel deels EU-regelgeving volgen, terwijl je geen lid bent? Sommigen zullen zeggen dat Noorwegen en Zwitserland slechter af zijn dan Nederland buiten de EU, omdat zij niks te zeggen hebben over de wetten die ze wel deels overnemen. (meer info: Outside and Inside – Noorwegen)

TINA-Syndroom
Dit kan verklaard worden met het ‘TINA-Syndroom’.[16] TINA staat voor ‘There Is No Alternative’, hetgeen in het Nederlands betekent dat er geen alternatief is. Wil je samenwerking met EU-landen, dan is er nou eenmaal geen alternatief. Die landen moeten wel wat regelgeving van de EU overnemen in ruil voor toegang tot de protectionistische markt van de EU. De wens van een land als Noorwegen of Zwitserland is echter om soeverein te blijven en dat lukt ze ook zo. Zij betalen in tegenstelling tot Nederland niet 8 miljard per jaar aan vaste contributie aan de EU en ook betalen zij niet regelmatig tientallen miljarden aan Zuid-Europa. Zij bepalen zelf welke wetten zij overnemen en wanneer ze iets niet willen opvolgen. Ik kijk zelf met interesse naar de mogelijke afzwakking van dit TINA-fenomeen na Brexit.

Vrijhandel
Het Verenigd Koninkrijk heeft bij de Brexit-overeenkomst vrijhandel bedongen met de EU en is verlost van de interne markt.[17] Wellicht zul je geluiden horen dat Nederland hier te klein voor is. Nederland heeft echter een aanzienlijk grotere export dan het Verenigd Koninkrijk, dus ‘klein’ zijn we zeker niet.[18] Het HvJEU in Luxemburg heeft over al deze landen niet of zeer weinig rechtsmacht, wat erop neerkomt dat de EU deze landen niet (eenvoudig) voor de rechter kan slepen. Bij Nederland als EU-lid kan dit natuurlijk wel en dat gebeurt regelmatig, want dat is onder meer het gevolg van de interne markt van de EU.

Conclusie
Zoals gebleken is de EU geen vrijhandelszone, maar een tolunie: wij mogen niet zomaar als vrij land handel drijven met landen buiten de EU. We zitten vast aan een blok met 26 andere landen waar we rekening mee moeten houden, terwijl de wereld een veel grotere markt biedt voor Nederland. De interne markt zorgt er niet alleen voor dat wij gebonden zijn aan de EU, maar ook dat de EU ons via harmonisatie regels kan opleggen die onze samenleving en nationale wetgeving raakt. Andere genoemde landen buiten de EU zoals Zwitserland, Turkije, Oekraïne en Canada hebben vrijhandel met de EU en zijn soeverein gebleven, hoeven geen of weinig EU-regelgeving over te nemen en mogen zelf handelsverdragen sluiten. Deze landen zitten niet in de interne markt van de EU, maar kunnen wel zonder beperkingen handel drijven met EU-landen. Wat Nederland na een Nexit nodig heeft is vrijhandel en dat is goed mogelijk, gelet op andere landen. Wat we niet nodig hebben, is een interne markt die onze soevereiniteit, democratie en cultuur bedreigt en tevens onze export beperkt.

‘En een vrijhandelsverdrag zou Nederland moeten regelen alvorens uit de euro en de EU te stappen. Niet nadien, want wat we van de Brexit hebben kunnen leren is dat de EU tamelijk rancuneus is als een lidstaat besluit de EU te verlaten.

[1] Leading export countries worldwide 2019. (z.d.). Statista. Geraadpleegd op 28 maart 2021, van https://www.statista.com/statistics/264623/leading-export-countries-worldwide/.

[2] P. Craig, G. De Burca, EU Law. Text, Cases, and Materials (6e editie), Oxford: Oxford University Press 2015, p 4.

[3] Later werd dit het vrij verkeer van personen.

[4] P. Craig, G. De Burca, EU Law. Text, Cases, and Materials (6e editie), Oxford: Oxford University Press 2015, p 5.

[5] P. Craig, G. De Burca, EU Law. Text, Cases, and Materials (6e editie), Oxford: Oxford University Press 2015, p 7.

[6] P. Pescatore, ‘Some Critical Remarks on the Single European Act’ (1987) 24 CMLRev 9.

[7] P. Craig, G. De Burca, EU Law. Text, Cases, and Materials (6e editie), Oxford: Oxford University Press 2015, p 10.

[8] Volgens Van Dale.

[9] Artikel 3 lid 1 sub e VWEU.

[10] Verordening (EU) 2017/2158 van de Commissie van 20 november 2017 tot vaststelling van risicobeperkende maatregelen en referentieniveaus voor de reductie van acrylamidegehalten in levensmiddelen (PbEU 2017, L 304/24).

[11] Weyts: “De EU brengt onze frietcultuur in gevaar”. (2017, 18 juni). HLN.be. https://www.hln.be/nina-kookt/weyts-de-eu-brengt-onze-frietcultuur-in-gevaar~a55766ff/.

[12] The EFTA States | European Free Trade Association. (z.d.). EFTA.Int. Geraadpleegd op 28 maart 2021, van https://www.efta.int/about-efta/the-efta-states.

[13] F. Sejersted, ‘Outside and Inside: Norway’s agreements with the European Union’, Official Norwegian Reports NOU 2012:2, p. 31.

[14] G. Magnus, ‘En tredjedel av norske lover er preget av EU’, Aftenposten 2012.

[15] N. Geveke, ‘Oud EU-commissaris: ‘’80% van de wetten wordt in de EU gemaakt’’’, Nexit Denktank 2021.

[16] F. Sejersted, ‘Outside and Inside: Norway’s agreements with the European Union’, Official Norwegian Reports NOU 2012:2, p. 19.

[17] TRADE AND COOPERATION AGREEMENT BETWEEN THE EUROPEAN UNION AND THE EUROPEAN ATOMIC ENERGY COMMUNITY, OF THE ONE PART, AND THE UNITED KINGDOM OF GREAT BRITAIN AND NORTHERN IRELAND, OF THE OTHER PART, p. 20.

[18] Leading export countries worldwide 2019. (z.d.). Statista. Geraadpleegd op 28 maart 2021, van https://www.statista.com/statistics/264623/leading-export-countries-worldwide/

Credits: dit Nexit Denktank-artikel is tot stand gekomen met aangeleverde input door Gabriël van de Bloemfontein

foto credits : https://www.pexels.com/nl-nl/foto/architectuur-boten-brug-buiten-735790/