Het opkopen van staatsschulden door de Europese Centrale Bank is onacceptabel, dat heeft het Duits Constitutioneel Hof op 5 mei 2020 besloten. De Duitse Bundesbank mag niet meer meedoen aan het ECB-opkoopprogramma genaamd PSPP na een transitieperiode van drie jaar. Wat houdt dit besluit precies in, en wat zijn de gevolgen voor de eurozone?

Duits Constitutioneel Hof

Al in 2015 trokken Duitse conservatieve hooggeleerden aan de bel toen bleek dat de Europese Centrale Bank begon met het opkopen van staatsleningen. Na een procedure bij het Duits Constitutioneel Hof werd besloten dat het hof niet bereid was om het programma te blokkeren. Het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat beslist over de interpretatie van het EU-recht, oordeelde vervolgens in 2018 dat de ECB gewoon legaal bezig was. [1]

Daar kwam op 5 mei 2020 verandering in, toen datzelfde Duits Constitutioneel Hof besloot dat het ECB-opkoopprogramma wel degelijk illegaal was en dat de Duitse Bundesbank niet meer mee mag doen. Volgens de uitspraak heeft de ECB geen rekening gehouden met de economische effecten waardoor het beleid niet meer proportioneel is. Bovendien zijn bijna alle burgers geraakt door het besluit onder meer door de lage spaarrente.

De Duitse regering en het parlement moeten nu stappen ondernemen tegen het ECB-programma in de huidige vorm, na een periode van 3 maanden mag de Duitse Bundesbank (Duitse Centrale Bank) niet meer meedoen aan het opkoopprogramma genaamd PSPP tenzij de ECB kan aantonen dat het beleid eerlijk en evenredig is. [2]

 

 

PSPP

Het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank genaamd PSPP (Public Sector Purchase Programme) is sinds 2015 in werking gesteld. Aanvankelijk kocht de ECB maandelijks voor 60 miljard euro aan staatsschulden op, hedendaags ligt dat bedrag rond de 30 miljard euro per maand. 

Het doel van het opkopen van staatsschulden is om de hoeveelheid leningen bij banken te verminderen waardoor zij meer geld kunnen lenen aan burgers en bedrijven, volgens de ECB zorgt dit voor een sterkere economische groei. Door het opkopen van staatsschulden gaat de rente op deze staatsobligaties omlaag, hierdoor kunnen regeringen in geldnood goedkoper lenen.

Het opkopen van schulden wordt grotendeels gedaan door de eigen nationale financiële instellingen, hierdoor wordt het risico voor andere lidstaten verkleint. Het aantal staatsobligaties dat moet worden opgekocht is afhankelijk van het percentage aandelen in de ECB dat een land heeft. Nederland heeft 5,6% van de aandelen, dat betekent dat voor elke 100 miljard aan opgekochte schulden De Nederlandse Bank 5,6 miljard aan Nederlandse staatsobligaties moet opkopen. [3]

Vanuit Nederland was er veel kritiek op het opkoopprogramma van de ECB, zo stemde begin 2015 een meerderheid van de Tweede Kamer tegen het ECB-programma. In totaal heeft de ECB 115 miljard aan Nederlandse staatsobligaties afgekocht in een periode van 5 jaar. [4]

Doordat de rente op obligaties zo laag is door inmenging van de ECB, heeft dit als gevolg dat de spaarrentes enorm laag zijn gemaakt en de rekenrente laag ligt. Doordat deze rekenrente zo laag is heeft dat als gevolg dat pensioenfondsen er vanuit gaan dat het vermogen in de toekomst minder toeneemt waardoor de huidige en toekomstige pensioenuitkeringen lager zullen worden. [5]

De beoogde inflatieverhoging door het programma heeft ook niet gewerkt de afgelopen jaren, waar gehoopt werd op een inflatiepercentage van rond de 2% ligt dat hedendaags op rond de 1,5%. [6]

Grondwet

Zouden Nederlanders nu net als de Duitsers het ECB-opkoopprogramma kunnen voorleggen aan de rechter onder het mom van een tegenstrijdigheid met de Grondwet? Nee. 

Door artikel 120 van de Nederlandse Grondwet is het verboden voor een rechter om (Europese) wetten en verdragen te toetsen aan de Grondwet. [7] De Nederlandse burgers mogen dus EU-besluiten niet voorleggen bij de rechter om deze te laten toetsen aan de Nederlandse Grondwet, hierdoor heeft de Nederlandse burger niet meer het recht om tegen EU-verdragen in te gaan. 

Sinds 1983 staan Europese wetten boven nationale wetten, hierdoor is Nederland ondergeschikt geraakt aan het Europese hof. [8] In Duitsland is dat anders, daar staat de nationale Grondwet boven de Europese wetten. 

Toekomst

Waar de Duitsers het recht op zelfbeschikking nog wel hebben, en dat nu ook gebruikt hebben, zijn wij Nederlanders overgeleverd aan Brussel. Er is geen zelfbeschikking meer op het juridische gebied, wetten en verdragen mogen niet getoetst worden aan de Nederlandse Grondwet en internationale wetten en verdragen staan zelfs boven onze Grondwet.

Wanneer de ECB het PSPP-programma niet binnen drie maanden op een proportionele manier kan verklaren dan zal het Duitse Constitutioneel Hof een verbod uitspreken. Het hele beleid zal overzien moeten, echter is deze nationale uitspraak een veel grotere klap voor de Europese integratie.

Time is ticking away…!

 

Lees ook: Analyse: De green deal van Timmermans rekent niet rond

foto: commons.wikimedia.org/wiki/File:Seat_of_the_European_Central_Bank_and_Frankfurt_Skyline_at_dawn_20150422_1.jpg

Credits: dit artikel is tot stand gekomen met aangeleverde input door Leon Baten.