De coronacrisis heeft de Europese  economie een grote klap toegebracht. Op verzoek van de Franse en Duitse leiders Macron en Merkel heeft de Europese Commissie een megalomaan pakket samengesteld van maar liefst 750 miljard euro, dat de lidstaten gemeenschappelijk moeten ophoesten. Velen zien dit als definitief afglijden in een transferunie en Europese superstaat. Maar wat zijn onze alternatieven, met en zonder de euro?

Kredietcrisis en eurocrisis
Zelf ben ik me zo rond 2010 steeds meer voor de euro gaan interesseren. Ik ondervond zakelijk (sinds 2010 ben ik zelfstandig) veel nadeel van de zich maar voortslepende kredietcrisis van 2007, die vanaf 2009 ook nog eens uitliep op de eurocrisis, vooral vanwege de situatie in Griekenland.

In het tijdperk van de gulden, die gekoppeld was aan de D-mark, hadden we ook wel eens een recessie maar die sleepte zich niet zo lang voort. Bovendien kregen we toen niet ook nog eens de mega-schulden van andere landen op ons bordje. Ik begon meer over de problematiek te lezen en de columns van verschillende financiële goeroes beter te volgen.

Mogelijke oplossingen
Ik weet nog dat ik in 2013 op de ChristenUnie stemde in plaats van op de VVD, zoals gebruikelijk. Dit was puur omdat de ChristenUnie in ieder geval de moed had getoond een onderzoek te doen naar de euro (rapport prof. Graafland, eind 2012) en ook samen met de SGP tegen het ESM stemde in het parlement. Prof. Graafland concludeerde, net als prof. Feldstein voor hem en later ook de Duitse prof. Sinn van het Ifo Instituut, dat de eurozone een exit-mogelijkheid nodig heeft zodat landen die het tempo niet bij kunnen benen, op een geordende wijze kunnen herstellen met een eigen munt. Ze zouden in dat geval niet gedwongen mogen worden de EU en de interne markt te verlaten, wat conform de huidige verdragen wel het geval is. https://wi.christenunie.nl/rapportgraafland

Zo rond dezelfde tijd kwam ik in aanraking met The Matheo Solution (TMS) http://www.thematheosolution.eu/  van André ten Dam en leerde ook André persoonlijk kennen. Met een achtergrond als jurist en ingenieur heeft André een model bedacht waarbij een scheiding wordt gemaakt tussen geld als rekeneenheid en geld als betaalmiddel. Door de euro te handhaven als het enige wettige betaalmiddel van de eurozone maar nationale munten te herintroduceren als rekeneenheden krijgen we weer flexibiliteit op het vlak van wisselkoersen en rente, zonder de voordelen van de euro op te hoeven geven.

Economisch herstel
Vanaf ongeveer 2015 begon de economie weer te herstellen, mede door het ongekende stimuleringsbeleid van de ECB, met als gevolg “asset inflation”: veel te hoge huizenprijzen en aandelenkoersen. Een risicovolle oplossing, maar de aandacht voor de euro vloeide weg bij het brede publiek. Totdat de coronacrisis ons weer met de neus op de feiten drukte: de landen van de eurozone kampen nog steeds met een disfunctionele muntunie.

Europese samenwerking: hoe doen we dat?
Voor ik verder ga over de specifieke euro-problematiek, een woord over Europese samenwerking. Want door de eenheidseuro, in feite een bedenksel van de Franse sociaal-democraat Jacques Delors met de bedoeling om Europa tot een federale structuur te dwingen, worden we langzaam maar zeker in een bepaalde richting gedwongen, terwijl de Europese bevolking zich daar nooit specifiek over heeft uitgesproken. En toen dat wel gebeurde, in het Europese Grondwet-referendum van 2005, spraken zowel de Franse als de Nederlandse bevolking zich daar tegen uit.

Zouden we het niet moeten omdraaien: eerst bedenken welk type Europese samenwerking we willen en dan kijken welk monetair systeem daar het beste bij past?

Drie richtingen
Zelf zie ik drie mogelijke richtingen. De eerste is, het federale model, de Verenigde Staten van Europa. Het ligt dan voor de hand de euro te behouden en de eurozone te voorzien van een federale regering, een federale begroting, een fiscale unie, een transferunie, etc. De vraag blijft of het dan wél gaat werken, want de te grote verschillen tussen de landen waardoor de eenheidseuro tot divergentie leidt (te weten verschillen op het vlak van taal, cultuur, geschiedenis, fiscale wetgeving, geografie etcetera) zullen niet opgeheven worden door het bureaucratische monster in Brussel meer macht te geven.

Het tweede model is terugkeren naar de oude situatie van natiestaten met een eigen munt, zoals PVV en FvD bepleiten. Thierry Baudet is ook tegenstander van de interne markt en douane-unie, dat betekent dat we terug moeten keren naar de situatie van vóór 1968, toen er nog geen douane-unie was.

Tenslotte is er nog een derde richting: de EU als confederaal model, waar o.a. de Vlaamse partij NV-A voor pleit. Dit houdt in dat de landen wel zaken samen doen, maar het zwaartepunt bij de natiestaten blijft liggen. De megalomane EU en het Brusselse subsidiecircuit kunnen grotendeels afgebouwd worden. In deze visie kan de euro als gemeenschappelijke munt behouden worden, maar (dit is mijn eigen standpunt, niet van NV-A) zal dan monetair flexibel gemaakt moeten worden, hetzij door het euro-exit scenario van prof. Graafland, hetzij door een TMS-achtige constructie.

Het is immers te simpel om te stellen zoals de VVD telkens doet, dat alles vanzelf goed komt als alle eurolanden zich houden aan de regels van het europact. De VVD ontkent dat de deelnemende landen te verschillend zijn voor een eenheidsmunt. Voor de landen die een lagere wisselkoers hadden (Zuid-Europa) sloopt dit de concurrentiekracht en leidt tot hoge werkloosheid; voor de landen die een hogere wisselkoers hadden (Noord-Europa) is het slecht voor de koopkracht.

Je kunt mijns inziens dit niet langer ontkennen en ik weiger mee te doen aan grove simplificaties, waarbij de zuidelijke landen worden voorgesteld als potverterende knoflooketers. De realiteit is genuanceerder. Denk maar even aan al die hardwerkende ondernemers in Italië of Griekenland waarvan sommigen in radeloosheid zelfmoord pleegden, toen hun bedrijven onderuit gingen door de voor die landen veel te dure euro.

Keuzes
Mijn eigen positie is dat ik meer geneigd ben tot het confederale model. Ik wil geen federale Europese superstaat, maar om nu helemaal terug te keren naar de oude situatie, een Europa van circa 50 landjes met ieder een eigen munt, eigen douane-tarieven, eigen handelsakkoorden, lijkt mij ook niet gewenst. Ik denk dat we in dat model de race tegen VS, Rusland, China en Turkije gaan verliezen. Maar wie voor het confederale model pleit moet, vind ik, ook inzien dat de eenheidseuro dan flexibeler moet worden. De gevestigde partijen steken op dit punt hun kop in het zand.

Los van hoe ik er tegenaan kijk, zou dit natuurlijk een democratisch gelegitimeerde beslissing moeten zijn. Met als complicerende factor dat Nederland wel iets kan vinden, bijvoorbeeld voor het euro-holiday model kan pleiten van prof. Graafland om een schuldenunie te voorkomen, maar daar moeten dan ook weer andere landen mee instemmen.

Helaas is ons model van parlementaire democratie niet geschikt voor het nemen van dit soort beslissingen. Het referendum is er niet meer en bovendien is de vraag of een binair referendum de juiste aanpak is. Het gaat immers niet alleen om de keuze in of uit de EU (zoals bij het Brexit referendum) maar ook hoe je aankijkt tegen de interne markt, tegen de euro, enzovoorts. Ik denk dat er een zwijgende meerderheid is van mensen die niet uit de EU willen, maar ook niets voelen voor een EU superstaat. Bij een binair referendum wordt deze zwijgende meerderheid gedwongen tot een keuze die onvoldoende tegemoet komt aan hun werkelijke keuze.

Een flexibeler eurozone
Keren we terug naar de euro. In het door mij geschetste alternatief van een EU (ik zou het liever weer EG noemen) van confederale samenwerking zou het goed zijn om de euro als gemeenschappelijke munt te behouden, mits deze dus monetair flexibeler kan worden. In concreto: verschillende wisselkoersen of rentes op niveau van lidstaten of regio’s (of combinaties van lidstaten) kunnen toepassen.

TMS lijkt daarvoor de ideale oplossing, maar los van André ten Dam zelf en enkele trouwe aanhangers van zijn model, hebben tot nu toe geen economen van naam zich vierkant achter deze oplossing gesteld. Ik heb van André begrepen dat hij vaak achter de schermen lovende commentaren krijgt van economen of politici, maar voor de bühne is het weer een ander verhaal.

Terecht of onterecht, zolang er geen eenduidig wetenschappelijk draagvlak is voor TMS, denk ik dat de politiek zich hier niet aan zal wagen. Ik ben daarom in zekere zin weer teruggekeerd naar het euro-holiday model van prof. Graafland. Niet ideaal, maar door landen zoals Griekenland of Italië een ruime periode te laten herstellen met een eigen munt, voorkomen we in ieder geval dat wij als Nederland worden meegesleept in een schuldenunie. Ik zie ook weinig in de megalomane plannen van de Europese Commissie, mede omdat de EU op dit vlak geen goede trackrecord heeft. Denk maar aan zinloze vliegvelden in the middle of nowhere en allerlei andere soorten van grove verspilling van belastinggeld onder de hoede van de EU.

Nu er in toenemende mate verzet is bij de groep landen die aangeduid wordt als “de verstandige vier”, te weten Nederland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken, zou het goed zijn om de verschillende monetaire oplossingsmodellen nog eens op tafel te leggen. Er zijn weinig mensen meer in deze landen, die nog geloven in het sprookje van de eenheidseuro!

Foto door Bella White via Pexels