De Brusselse Eu’ers snappen niet hoe het mogelijk is dat mensen in regio’s waar veel Eu geld naar toevloeit toch stemmen op anti-systeempartijen die Eu sceptisch, anti elite en anti immigratie zijn en dus als populistisch worden gelabeld. De Eu-Commissie meent dus dat stemmen gewoon te koop zijn.

Men vraagt zich vertwijfeld af of er nog meer geld naar die regio’s zou moeten gaan om het stemmen op Eu-kritisch partijen te stoppen, of dat het wellicht allemaal gewoon doeltreffender moet, of dat de Eu zich niet alleen zou moeten richten op achtergebleven regio’s en mensen, maar ook op de middeninkomens groepen – dat is n.m.m. zo ongeveer iedereen – en verder denken ze dat de Eu-kritische houding ook zou komen doordat het volk niet voldoende op de hoogte is van al die Eu activiteiten.

BREXIT
In het Brusselse waren ze überhaupt al onaangenaam verrast door de Britse keuze voor Brexit, maar perplex dat men in regio’s zoals Zuid Yorkshire, Cornwall en de Scilly Eilanden met resp. 62% en 57% voor Leave opteerde ondanks de ruim toebedeelde Eu subsidies voor zg cohesie politiek. Ook in Polen liep het anders dan gepland: de cohesie Euro’s voor de landbouw waren naar de smaak van de boeren aan te veel voorwaarden gebonden, hetgeen als een der oorzaken wordt gezien van de groei van de Eu-kritische PIS Partij.

Cohesiepolitiek
Medio oktober publiceerde het Directoraat Generaal voor Regionale en Stedelijke politiek van de Europese Commissie een onderzoek “Does cohesion policy reduce EU discontent and Euroscepticism?”, met als centrale vraag wat moet er anders met de cohesie politiek zodat het niet alleen economisch nut heeft, maar ook liefde voor de Eu oplevert; of gaat het niet om het geld, maar zijn andere factoren belangrijker voor de burger om zijn positie te bepalen jegens de Eu.? (bron 1) Het rapport gaat dus over het beïnvloeden van onze politieke voorkeuren bij de normale verkiezingen.

Subsidiefontein
De cohesiepolitiek bestaat uit drie subsidiefonteinen: Het Europees (lees Eu) regionaal ontwikkelingsfonds (ERDF), dat zich behalve met allerlei economische stimuleringsactiviteiten ook bezig houdt met transnationale samenwerking, dus het wegpoetsen van onze landsgrenzen zoals middels de Euregio’s. Het Europees (lees Eu) Sociaal Fonds (ESF), heeft economische convergentie als doel en daartoe worden regionale- en lokale projecten medegefinancierd als daar de welvaart minder is dan 75% van het Eu gemiddelde. En niemand schijnt zich af te vragen of alle aangeleverde statistieken wel kloppen. Omdat de Eu de natiestaat niet relevant acht, ontvangt zelfs Duitsland Eu-subsidies nl. voor de ex-DDR regio. Verder is er nog het Cohesie Fonds, dat werd opgericht om de niet-Eurolanden snel te helpen de economie op te krikken zodat ze mee kunnen met de Euro, maar dat blijkt een misrekening.

Gelijkschakelen
Die drie cohesie fondsen souperen ten behoeve van in hun ogen achtergebleven regio’s en steden in totaal een derde van het Eu budget op, nl E 351,8 mld. Immers economische gelijkschakeling, en tegenwoordig steeds meer mentale gelijkschakeling – zoals in het onderwijs en het bejaardenbeleid – ‘equalizing’ was en is steeds meer het motto van de Eu. De cohesiepolitiek steunt onder meer het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen, scholing, het MKB, startups, versterken van R&D, duurzaamheid, transport, telecommunicatie etc. Kortom bijna iedereen kan ervan meeprofiteren. De Eu maakte zich zo in veel delen van de Eu de belangrijkste investeerder voor economische groei.

Infrastructuur
Het geld gaat echter vooral naar infrastructuur zoals fietspaden in achtergebleven rurale regio’s om het fietstoerisme te bevorderen en zo b.v. Nederland te beconcurreren via het door onszelf ingeleverde belastinggeld. Ook de met Eu-geld (dus ons belastinggeld) uitgebreide haven van het Roemeense Constanta beconcurreert ons land en andere havens. Veel geld ging er naar de volstrekt onnodige bouw en uitbreiding van vliegvelden in Spanje en Griekenland die verwerden tot zogenaamde spookluchthavens , waarover de Eu Rekenkamer in 2014 een vernietigend oordeel had. (bron 2)

Eurobarometer
De opstellers van het EC-rapport hebben wel hun best gedaan: ze analyseerden in maar liefst 63.000 kiesdistricten of cohesie politiek sinds 2000 enig verschil had gemaakt in nationale verkiezingen. Ze stellen dat volgens de Eurobarometer (waar overigens nogal wat wetenschappelijke kritiek op is) rond 2000 ongeveer een kwart van de bevolking vraagtekens zou hebben gezet bij de Eu, en dat dat percentage een paar jaar geleden gestegen is tot 45% critici.  (bron 3). Tussen 2013 en 2018 is het percentage stemmen dat bij nationale verkiezingen daadwerkelijk gaat naar het hele scala van Eurosceptici verdubbeld naar 26%.

Kartelpartijen
Volgens de onderzoekers zouden er zonder cohesiebeleid 10 procent punten meer Eu-sceptici zijn; een investering van E 1000,- per capita zou een directe daling van Eu-sceptici bewerkstelligen van eveneens 10 procentpunten; maar in het rapport wordt dat niet onderbouwd qua directe causaliteit. Maar als dat juist zou zijn dan is het cohesiebeleid dus een probaat middel om zittende kartelpartijen in het zadel te houden.

Volgens anderen zou het geïnvesteerde geld nog meer Eu-liefde opleveren als de prioriteit zou liggen bij regio’s waar oude industrie teloor is gegaan.

Omkoping
De EU-Commissie beweegt zich naar mijn smaak op zeer glad ijs: waar ligt de grens met omkoping? Het is in een democratie toch normaal als men staatkundige veranderingen wil. Wie in ons land een heel ministerie wil afschaffen of het referendum wil invoeren, kan daar gewoon over spreken en campagne gaan voeren; dan gaan we toch ook niet in de regio waar men dat deel van ons staatsbestel wil wijzigen, extra infrastructuur aanleggen, of starterswoningen bouwen om de lokale bevolking of lokale politici en industriëlen te paaien? Er staat nog wel meer verontrustends in het rapport zoals over Zuid-Italië: de rapporteurs schrijven verheugd dat men daar door Eu-subsidie minder populistisch stemt; maar dat lijkt het me geen bewijs van meer Eu-filie, doch om gewoon fout cliëntelisme in een regio die gedomineerd wordt door de maffia. (bron 4)

Beïnvloeding
Uit het onderzoek zou zijn gebleken dat investeringen in transport, infrastructuur, toerisme, cultuur en vitalisering van het platteland geen invloed hebben op Eurosceptisme. RTD, scholing en vooral sociale infrastructuur zoals onderwijs, sport, buurthuizen gezondheidszorg, zouden de Eu wel populairder maken; maar steun aan bedrijven, energie, milieu en IT maken de Eu juist minder populair tenzij er heel veel geld in wordt gepompt.

Tweede Kamer
Het rapport gaat dus over het beïnvloeden van onze politieke voorkeuren bij de normale verkiezingen. Het lijkt me daarom een goed idee om de Eu extra goed in de gaten te houden in de aanloop naar onze Tweede Kamer verkiezingen op 17 maart 2021.

 

) 1.    https://ec.europa.eu/regional_policy/en/information/publications/working-papers/2020/does-cohesion-policy-reduce-eu-discontent-and-euroscepticism

) 2.   https://www.politico.eu/article/eu-wasted-money-on-new-airports-say-auditors/

https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/P-8-2015-011981_EN.html

) 3. https://polderland.wordpress.com/2019/12/10/de-eurobarometer-ceta/

) 4. https://polderland.wordpress.com/2019/04/18/italiaanse-bergamot-50-jaar-eu-subsidies/

Credits: dit Nexit Denktank-artikel is tot stand gekomen met aangeleverde input door Nicolette Geveke en is eerder verschenen hier
Foto credits: Josh Sorenson via Pexels